SLAP laesie

SLAP is een afkorting van Superior Labral tear from Anterior to Posterior. Een SLAP laesie is een schouderblessure waarbij er sprake is van een scheuring bij de aanhechting van de bicepspees aan de bovenzijde van de kom van de schouder. Zowel de kraakbeenring waar de bicepspees aanhecht (labrum) als de bicepspees zelf kunnen beschadigd zijn. Een ander veel voorkomend labrumletsel is deBankart leasie. Hierbij is echter juist het onderste gedeelte van de kraakbeenring beschadigd.

Het schoudergewricht bestaat uit drie botstukken: de bovenarm (humerus), het schouderblad (scapula) en het sleutelbeen (clavicula). Bij de schouder zijn twee gewrichten betrokken: het AC-gewricht (acromioclaviculair gewricht; gewricht tussen schouderdak en sleutelbeen) en het glenohumeraal gewricht (gewricht tussen bovenarm en schouderblad). Dit laatste gewricht bestaat uit een kop en een kom en bevat een labrum. Dit is een ring van kraakbeen die ervoor zorgt dat de kom van de schouder vergroot wordt, zodat de kop van de schouder hier beter in past.
De biceps is een spier die bestaat uit twee koppen: de lange kop en de korte kop. De belangrijkste functie van de biceps is het buigen van de elleboog. De korte kop hecht met een pees aan bij het processus coracoideus (hoort bij het schouderblad) en de lange kop van de biceps loopt als pees via de voorkant van de schouder naar de bovenzijde van de schouderkom. Bij een SLAP laesie treedt er dus bij deze aanhechting een scheuring op.

Men kan vier verschillende types SLAP laesies onderscheiden:

• Type 1: het bovenste gedeelte van het labrum is gedeeltelijk gescheurd
• Type 2: het bovenste gedeelte van het labrum is volledig van de schouderkom afgescheurd
• Type 3: dit is een 'buckethandle' scheur van het bovenste gedeelte van het labrum
• Type 4: het bovenste gedeelte van het labrum is gescheurd wat uitloopt tot in de aanhechting van de bicepspees

Er kunnen verschillende oorzaken zijn van een SLAP laesie. Een felle ruk aan de bicepspees kan ervoor zorgen dat deze loskomt van de schouderkom. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer men van de trap dreigt te vallen en men zich nog kan vastgrijpen aan de trapleuning. Ook kan een val op de schouder ervoor zorgen dat er een ruptuur optreedt. Daarnaast kan het tillen van zware voorwerpen of een verkeerde bovenhandse beweging waarbij kracht gezet wordt ook deze blessure veroorzaken. Tot slot kan ook langdurige overbelasting op de bicespees uiteindelijk leiden tot dit letsel. Dit ziet men veel bij werpsporten.

Op het moment van het ontstaan van de aandoening ervaart men een scherpe pijn in de schouder en sommige mensen ontwikkelen ook nekklachten. Meestal is dit aan de voorkant van de schouder, maar ook kan de pijn wat hoger bovenin de schouder gevoeld worden. Ook kan men een vermoeid gevoel in de schouder ervaren. Wanneer men de arm bovenhands beweegt, wordt de pijn vaak erger. Soms is het heffen van de arm zelfs niet goed mogelijk. De pijn kan uitstralen naar de arm, de nek en de schouderbladen. Ook kan de schouder instabiel worden. Tot slot kan men een 'klik' of 'knak' horen bij bewegen van de schouder.

De behandeling van een SLAP laesie is afhankelijk van het type laesie en de mate van klachten die men ervaart. De laesie kan operatief of conservatief (zonder operatie) behandeld worden. Bij de conservatieve behandeling krijgt u specifieke oefeningen van uw fysiotherapeut om de stabiliteit van de schouder te verbeteren. Bij de operatieve behandeling zal de chirurg door middel van een kijkoperatie de aanhechting van de bicepspees weer vastmaken aan het labrum. Een andere optie is dat de bicepspees vastgezet wordt aan de voorzijde van de schouderkop. Het herstel na deze operaties duurt enkele maanden. De eerste weken draagt u de arm in een sling (draagband), maar krijgt u wel al mobiliserende oefeningen van de fysiotherapeut. Gemiddeld kunt u na zes weken beginnen met krachtoefeningen om de belastbaarheid van de schouder op te bouwen. Wanneer je geopereerd bent of wanneer je kiest voor een conservatief traject, is het raadzaam dat je contact opneemt met je