Bekkeninstabiliteit

Bekkenpijn

De bekkenring is erg belangrijk bij het overbrengen van krachten tussen de romp en de benen. De ring wordt gevormd door verschillende botdelen en gewrichten. Wanneer er instabiliteit in de gewrichten bestaat kan dit klachten veroorzaken. Dit noemen we bekkeninstabiliteit.

Bekkeninstabiliteit wordt veel gezien onder zwangere vrouwen of vrouwen die kortgeleden bevallen zijn. Toch kunnen ook mannen en niet-zwangere vrouwen dit klachtenbeeld ontwikkelen.

Beschrijving van de aandoening

Het bekken wordt gevormd door drie botstukken: de linkerbekkenhelft, de rechterbekkenhelft en het heiligbeen. Het heiligbeen zit ingeklemd tussen de twee bekkenhelften in en bevindt zich aan de achterzijde van het lichaam. Aan de voorzijde zijn de bekkenhelften aan elkaar verbonden. Samen vormen de botstukken een soort van cirkelvorm die we de bekkenring noemen.

De botstukken worden aan elkaar verbonden door middel van drie gewrichten. Aan de achterzijde zijn dit links en rechts van het midden de sacro-iliacale gewrichten (afgekort: SI-gewrichten). Aan de voorzijde zit het derde gewricht. Dit is de 'symfyse'. Verschillende banden die over de gewrichten lopen houden de botstukken bijeen.

Wanneer de banden verslappen, worden de gewrichten soepeler. Dit kan heel functioneel zijn, zoals bij de zwangerschap. Het kan echter ook klachten veroorzaken doordat de banden overbelast worden of beschadigen. In dat geval spreken we bekkeninstabiliteit.

Oorzaak en ontstaanswijze

Meestal ontstaan de klachten tijdens de zwangerschap of kort na de bevalling. Het hormoon 'relaxine' zorgt ervoor dat de banden verweken en de bekkengewrichten soepeler worden. Hierdoor kan het bekken makkelijker vervormen en is het voor het kind eenvoudiger de bekkenring te passeren bij de geboorte.

Niet alleen (zwangere) vrouwen kunnen last krijgen van bekkeninstabiliteit. Ook een verslapping van de dwarse en schuine buikspieren kan tot deze klachten leiden. Bovendien kan een ongeluk of val tijdens het sporten, werken of in het verkeer tot overrekking of scheuring van de bekkenbanden leiden, met bekkeninstabiliteit tot gevolg.

Klachten en verschijnselen

Het beeld kan per patiënt verschillen. Onderstaande klachten worden regelmatig gezien:

  • Pijn in de onderrug, het stuitje, de buik, aan de zijkant of achterkant van het bovenbeen, in de liezen of aan het schaambeen.
  • Last bij activiteiten als traplopen, omdraaien in bed, langdurig zitten, opstaan uit een stoel en wandelen.
  • Pijn bij schokkende bewegingen (bijvoorbeeld tijdens het hardlopen of fietsen over een hobbelige weg).
  • Pijn tijdens de menstruatie of seksuele gemeenschap.
  • Onvermogen om op 1 been te staan.
  • Na een dag met veel activiteiten kan er meer pijn zijn.
  • Startpijn; extra last nadat er na een langere tijd van inactiviteit bewogen wordt (bijvoorbeeld 's ochtends bij het opstaan).
  • Vermoeidheid.

 

Behandeling

Goede voorlichting is van groot belang. De verloskundige, gynaecoloog en fysiotherapeut spelen hier een belangrijk rol bij. De behandeling kan bestaan uit het gebruik van een bekkenband, fysiotherapie, oefeningen voor thuis, conditietraining en het training van spieren.

De patiënt moet ook leren met de klachten om te gaan. Een goede balans tussen rust en activiteit is erg belangrijk. Het lichaam heeft rust nodig om de kapsels en banden te laten herstellen, maar vraagt juist beweging om spierzwakte te voorkomen. Daarnaast speelt ook acceptatie een belangrijke rol. Er bestaat namelijk nog geen 'wondermedicijn' voor bekkeninstabiliteit.