Ziekte van Scheuermann

De ziekte van Scheuermann is een structurele afwijking van de vorm van de rug, waarbij de bovenrug een (extra) 'bolle' vorm aanneemt. Deze groeiafwijking presenteert zich meestal tussen het 11e en 16e levensjaar en tast de botgroei aan van de wervels (dekplaten). De borstwervels groeien ongelijk tijdens de groeispurt en worden aan de achterkant (rugzijde) hoger dan aan de voorkant (borstzijde). Dit veroorzaakt wigvormige wervels, waardoor de bolling van de bovenrug zal toenemen. Tussen elke wervel en de tussenwervelschijf bevinden zich dekplaten. Doordat deze dekplaten bij deze aandoening vaak verzwakt zijn, kan de tussenwervelschijf zich soms in de wervel persen. Dit worden Schmorl's nodes genoemd.
De overmatige bolling van de bovenrug noemen wij hyperkyfose. Om deze hyperkyfose te compenseren zal zowel de nek als de onderrug extra hol worden, dit noemen wij hyperlordose. De karakteristieke vorm die de wervelkolom aanneemt, is een kernmerk van deze aandoening en kan rugklachten veroorzaken.

Personen met deze aandoening kunnen acute rugpijn en stijfheid ervaren tijdens de groeispurt. De klachten zijn vaak matig aanwezig en nemen toe bij (zware) activiteiten. Er zijn duidelijk vergrote krommingen van de wervelkolom aanwezig (hol/bol) die kunnen lijken op 'een slechte houding'. Ook zijn er vaak spierverkortingen aanwezig van de schouder-, heup- en beenspieren. Het is echter ook mogelijk dat een persoon geen klachten ervaart.

De oorzaak is niet bekend. Sommige stellen dat er een erfelijke factor aanwezig is, maar het kan ook veroorzaakt worden door een afwijkend groeiproces of overbelasting.

De diagnose kan worden gesteld door een arts. Een Röntgenfoto zal worden gebruikt om de diagnose te stellen. Op deze Röntgenfoto zal de hoek van de wervels ten opzichte van elkaar worden geëvalueerd. In 1/3e van de gevallen is er naast de ziekte van Scheuermann ook een scoliose aanwezig.

Het is gewenst de behandeling in een vroeg stadium te beginnen. In deze fase kan er nog een invloed worden uitgeoefend op de groei van de wervelkolom. De behandeling is gericht op preventie van verdere kromming van de wervelkolom. Fysiotherapeutische behandeling zal grotendeels bestaan uit houdingsoefeningen, strech-oefeningen, stabiliteit-/krachtoefeningen en bewegingsadviezen. Het is belangrijk om naar een 'zo correct mogelijke houding' te streven en geen activiteiten uit te voeren die de bovenrug te zwaar belasten en pijnklachten doen toenemen. Wanneer een volwassen persoon klachten ontwikkeld als gevolg van de ziekte van Scheuermann zal de behandeling uit dezelfde aspecten bestaan als de behandeling tijdens de groeifase. Het belangrijke verschil is echter dat de kromming in de wervelkolom niet meer is aan te passen na de groeifase. Bot groeit tijdens het volwassen in de richting van de belasting. Dit kan ervoor zorgen dat een stabiele wervelkolom met deze aandoening tijdens het volwassen leven nog kan toenemen in kromming. Hierdoor kunnen klachten ontstaan. De behandeling zal dan gericht zijn op het stabiel houden van de wervelkolom en pijnverlichting. Naast oefentherapie kan er gebruik worden gemaakt van: medical taping, easy taping, gewricht mobilisatie etc.

Wanneer conservatieve therapie onvoldoende is, kan het dragen van een korset of brace geadviseerd worden. Deze externe stabilisator dient in de groeifase ter stabilisatie/preventie van verdere kromming van de wervelkolom. Wanneer er voor een externe stabilisator wordt gekozen na de groeifase (volwassen) zal deze alleen zorgen voor pijnverlichting. In uiterst ernstige medische of cosmetische vergroeiing als gevolg van de ziekte van Scheuermann kan operatie geïndiceerd zijn. De revalidatie na deze uiterst zware operatie zal rond de 8 maanden in beslag nemen.