Artrose lage rug - slijtage onderrug

Artrose in de lage rug is een degeneratief proces waarbij er graduele slijtage optreedt van de tussenwervelschijven (kraakbeenschijven) in de onderrug. Deze tussenwervelschijven hebben als functie schokdemping en het begeleiden van bewegingen van de wervelkolom. Ieder mens krijgt met slijtage te maken, maar artrose geeft niet bij iedereen rugklachten.

De wervelkolom bestaat uit meerdere op elkaar gestapelde botstukken: de wervels. Elke wervel is verbonden met de wervel erboven en de wervel eronder via twee soorten gewrichten. Deze gewrichten zijn: ‘de facetgewrichten’ die de buitenkanten van de wervels verbinden en de ‘tussenwervelschijven’ die tussen de wervels liggen. De wervels hebben in het midden een groot gat. In het verlengde van elkaar vormen deze gaten het spinale kanaal. Door dit kanaal loopt het ruggenmerg en de zenuwen.

Wanneer men ouder wordt, zullen er degeneratieve veranderingen optreden in de wervelkolom (slijtage) wat resulteert in het dunner worden van de tussenwervelschijf. Wanneer deze tussenwervelschijf dunner wordt, zullen de wervels dichterbij elkaar komen. Hierdoor wordt het foramen (waar de zenuwen uitkomen) automatisch smaller en stijgt de druk in de facetgewrichten (de bewegelijke gewrichten aan de achterkant/zijkant van de wervelkolom). De toename van druk in de facetgewrichten zorgt ervoor dat ook in deze gewrichten (meer) slijtage zal optreden. Concluderend kunnen we stellen dat er sprake is van rugpijn vanuit de gewrichten, maar ook van rugpijn vanuit de zenuw.

Personen met deze aandoening ontwikkelen gradueel klachten door degeneratie. In minder ernstige gevallen zal een persoon met lumbale artrose weinig tot geen pijn of klachten ervaren. Wanneer er sprake is van matige tot ernstige degeneratie kan men last hebben van verschillende klachten. Eén van de bekendste klachten is ochtendstijfheid, het typische stijve gevoel in de onderrug tijdens het eerste half uur van de dag. Wanneer men oefeningen doet of meer heeft bewogen, trekt deze stijfheid langzaam weg. Ook kan men last hebben van een strak bandgevoel in de onderrug of pijn aan één zijde van de onderrug met uitstraling naar de bil en/of het been(kan ook veroorzaakt worden door het piriformis syndroom). Gezien het feit dat de degeneratie zowel in de tussenwervelschijf als in de facetgewrichten is gelokaliseerd, leidt dit tot moeilijker bewegen, zoals: pijn met bukken en op staan uit een stoel na lang zitten.

Bijdragende factoren in het ontwikkelen van degeneratie in de onderrug kunnen zijn: leeftijd (>40 jaar), genetica, slechte houding, blessuregeschiedenis van de onderrug, spierzwakte, spierdisbalans, slechte hef- en tiltechniek en een levensstijl waarbij men veel zit (passief) of lichamelijk zwaar werk verricht (overbelasting). Neem als voorbeeld de metselaar. Als metselaar werk je veel in voorovergebogen houding waarbij er in de wervelkolom een piekbelasting komt op een specifiek punt van de tussenwervelschijf. Dit zorgt voor frictie, met als gevolg degeneratie van de tussenwervelschijf op dat punt.

De diagnose kan worden gesteld door een fysiotherapeut of een arts. Een RX scan kan worden gebruikt om de diagnose te bevestigen en in sommige gevallen kan een CT scan, bot scan of MRI scan geïndiceerd zijn om de ernst vast te stellen.

Het hoofddoel van de behandeling is zo actief mogelijk blijven zonder toename van klachten. De kracht en mobiliteit dienen behouden te worden om achteruitgang te voorkomen. De behandeling is gericht op de toename van flexibiliteit, kracht en pijnvermindering.

Artrose lage rug is een degeneratieve aandoening. Dit betekent dat de slijtage niet kan worden teruggedraaid. Het beste voor de cliënt is actief blijven en een adequaat revalidatie programma ondergaan. Veel personen met mild tot middelmatige ernst van slijtage ervaren vaak weinig tot geen klachten wanneer zij correct omgaan met hun lichaam. Ontstaan er echter wel klachten? Dan dient er een nieuwe balans gevonden te worden tussen belasting en de belastbaarheid van de onderrug en is een revalidatie programma aangewezen. Dit programma kan bestaan uit: manuele mobilisatie technieken, oefentherapie, Medical taping, hydrotherapie, activiteit en levensstijl coaching.