Dijbeenhalsfractuur

Femurhalsfractuur, Heup breuk, Heup fractuur, Femurhals breuk, collumfractuur

Dijbeenhalsfractuur

 

Wat is een Dijbeenhalsfractuur?

Een dijbeenhalsfractuur wordt gekarakteriseerd door een breuk in de nek van het bovenbeen bot (dijbeen). Het dijbeen is het langste en sterkste bot in het lichaam. De hals van het dijbeen is het gedeelte van het bovenbeen bot dat uitloopt in een bolvormig stuk, de kop. Deze kop vormt het heupgewricht met de pelvis.

Door een val of door een directe klap op de heup of dij wordt het dijbeen zwaar belast. Wanneer deze belasting groter is dan wat het bot aankan, kan dit resulteren in een breuk van de dijbeenhals. Dit letsel wordt dijbeenhalsfractuur of collumfractuur genoemd en valt onder de categorie ‘heup breuk’. Een dergelijke fractuur kan variëren van een kleine niet-verplaatste fractuur tot een ernstig verplaatste (en/of verpulverde) fractuur met zichtbare deformiteit.

Deze fracturen komen voornamelijk voor bij ouderen met slecht evenwicht en verminderde botdensiteit (door osteoporose).

Wat zijn de oorzaken?

Gezien de sterkte van het bovenbeen bot is er een grote hoeveelheid kracht nodig om een femurhalsfractuur te veroorzaken bij gezonde jonge volwassenen. Deze situatie doet zich meestal voor tijdens een val (van hoge hoogte en op een hard oppervlak) en een directe klap op het dijbeen (vb. motorongeluk). Een dijbeenhalsfractuur doet zich meestal voor bij ouderen (60+), met osteoporose en/of kanker. Deze personen hebben vaak een groter valrisico en een lagere botkwaliteit.

Wat zijn tekens & symptomen?

Personen met een femurhalsfractuur ervaren meestal plotse scherpe, intense pijn in de heup, lies, bil of dij op het moment van het trauma. Bij ernstige gevallen voornamelijk bij verplaatste fracturen, is het onmogelijk om gewicht op het aangedane been te zetten. De persoon zal niet in staat zijn om van de grond op te staan. Bij minder ernstige gevallen zal de persoon kunnen lopen (vaak mankend) en voornamelijk pijn ervaren tijdens rust. Deze pijn wordt gevoeld aan de aangedane zijde en is prominent gedurende de nacht of ’s morgens vroeg. In sommige gevallen hebben de personen ook klachten ter hoogte van de onderrug, knie, het onderbeen, de enkel of de voet.

Personen met deze blessure kunnen naast pijn ook zwelling en blauwe plekken ervaren. Ook neemt de pijn toe bij het drukken op de aangedane regio, zitten, bepaalde bewegingen van de heup of knie, staan of wandelen(berg op of op oneven oppervlakte). Vaak staat het been in een ‘uitwaartse stand’ en lijkt het been korter dan de gezonde zijde. Bij ernstige fracturen (met verplaatste botstukken), is er een deformiteit zichtbaar. In sommige gevallen hebben personen met een dijbeenhalsfractuur een abnormaal gevoel (tintelingen, naaldenprikken etc.) in de heup, lies, dij, knie, onderbeen, enkel of voet.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Meestal vormt een anamnese(het typische verhaal dat de patiënt verteld over zijn klacht) in combinatie met een klinisch onderzoek van de fysiotherapeut of dokter, een essentiële bijdrage tot de diagnose. Een RX scan is meestal noodzakelijk om de diagnose te bevestigen. Verdere onderzoek zoals een MRI scan, botscan of CT scan kan in sommige gevallen bijdrage aan het stellen van de diagnose en het vaststellen van de ernst van de letsel.

Hoe wordt het behandeld?

Verplaatste collum fracturen zijn het meest voorkomend en dienen een anatomische reductie te ondergaan. Hierbij worden de botstukken correct geplaats onder verdoving. Dit wordt gevolgd door chirurgische interne fixatie ter stabilisatie van de fractuur. Vervolgens dient de patiënt te rusten en een aantal weken op krukken lopen. Bij ouderen patiënten (voornamelijk bij diegene met osteoartritis ter hoogte van de heup) zal een heupprothese geïndiceerd zijn. Vervolgens zal er een aantal maanden gebruik gemaakt worden van krukken.

Niet-verplaatste dijbeenhalsfracturen (zijn minder veelvoorkomend) worden behandeld met relatieve rust. Patiënten dienen bedrust te houden en een aantal weken op krukken te lopen. De orthopeed zal de patiënt adviseren welk behandeltraject het beste past. Deze beslissing zal worden gemaakt op basis van de ernst, het type en de locatie van de dijbeenhalsfractuur

Wanneer er geen operatie plaatst vindt zal een RX-scan belangrijk zijn om de correcte heling van de fractuur te evalueren. Dit is voornamelijk belangrijk omdat de bloedaanvoer naar de dijbeenkop verstoord/beschadigd kan raken door de fractuur. Deze verstoring van bloedaanvoer kan leiden tot slecht herstel of complicaties van de breuklijn, bijvoorbeeld vertraagde heling, geen heling of afsterving van de dijbeenkop. Wanneer correcte heling van de breuklijn bevestigd wordt kan de revalidatie en mobilisatie worden gestart. Deze zal worden begeleid door de orthopeed en de fysiotherapeut.

Een van de hoekstenen van de revalidatie van een femurhalsfractuur is bewegen op geleide van de pijn (krukken zijn vaak vereist). Activiteiten die het dijbeen zwaar belasten, zoals: rennen, springen, tillen, dragen, lopen (berg opwaarts of op oneven oppervlakte) of overmatig zitten moeten worden vermeden. Rust na belastende activiteiten is essentieel om het helingsproces te bevorderen. Wanneer een patiënt de activiteiten pijnvrij kan uitvoeren zal een begeleide terugkeer naar de oude activiteiten worden gestart. Deze terugkeer zal een aantal weken tot maanden in beslag nemen.

Het negeren van symptomen/klachten kan voor meer schade zorgen en het herstelproces vertragen of zelfs tegenwerken.

Personen met dit letsel krijgen tijdens de fysiotherapeutische behandeling flexibiliteit-, balans- en krachtoefeningen voor optimaal herstel. Dit is voornamelijk belangrijk omdat de balans, flexibiliteit en kracht van de weefsels rondom de heup snel afnemen bij immobilisatie. De fysiotherapeut geeft advies en sturing in welke oefeningen het best zijn voor de patiënt.

Manuele ‘hands-on’ fysiotherapeutische behandelingen zoals massage, gewrichtsmobilisatie, dry-needling, stretching, easytaping, medical taping en elektrotherapie kunnen bijdrage aan het vergroten van de bewegingsbaan en functie van de heup. Tijdens de laatste fasen van de revalidatie kan een graduele opbouw van activiteiten en een begeleide terugkeer naar sport worden ingezet.

Wat is de prognose?

Personen met een dijbeenhalsfractuur genezen gewoonlijk volledig met adequate behandeling. Deze behandeling kan chirurgisch(met operatie) of conservatief(zonder operatie) zijn. Patiënten die chirurgisch werden behandeld zullen niet volledig kunnen terugkeren naar hun oorspronkelijke sportactiviteiten niveau. Afhankelijk van de ernst van de fractuur (en het type van de activiteit).De begeleide terugkeer naar activiteiten en sport zal 3-12 maanden in beslag vinden. Deze terugkeer zal worden begeleidt door de fysiotherapeut en de specialist. Bij personen met ernstige geassocieerde letsels, zoals: deformiteit, schade aan andere botstukken, weefselschade, zenuw- of bloedvatschade, hebben vaak een langer durend revalidatieproces.

Welke fysiotherapeutische behandeling wordt er toegepast?

Fysiotherapeutische behandeling van personen met dit letsel, is noodzakelijk voor een snel herstelproces, optimale uitkomst en om de kans op het opnieuw optreden van het letsel te verminderen. De fysiotherapeutische behandeling kan bestaan uit:

  • Weke delen massage (soft-tissue)
  • Gewricht mobilisatie
  • Elektrotherapie (bijv. Ultrasound)
  • Medical taping of easytaping
  • Het gebruik van krukken
  • Bracing
  • Schoeiseladvies
  • Hydrotherapie
  • Progressieve oefeningen om flexibiliteit, balans, core stabiliteit en kracht te bevorderen
  • Advies
  • Training en activiteit aanpassingen

Welke andere behandeling bestaat er?

Indien de fysiotherapeutische behandeling niet aanslaat kan de fysiotherapeut in overleg, uw arts contacteren om zo de verdere richting van de behandeling te bepalen. Dit kan verder onderzoek inhouden, zoals: Röntgenfoto’s, CT scans, bot scans of een MRI. Of een ander soort behandeling, zoals: langdurige immobilisatie of verwijzing naar een gespecialiseerde arts. In sommige gevallen worden supracondylaire fracturen die in eerste instantie conservatief werden behandeld, als nog chirurgisch gestabiliseerd.

Welke oefeningen kan ik doen?

Indien de heling van de breuk is bevestigd door een opvolgende RX scan en de orthopeed groen licht heeft gegeven voor fysiotherapie, zal de fysiotherapeut de revalidatie starten. De fysiotherapeut zal de oefeningen selecteren en deze duidelijk uitleggen. De oefeningen worden meestal 3x per dag uitgevoerd en mogen geen toename in de klachten veroorzaken. Mogelijke oefeningen kunnen zijn:

Heup abductie gebogen

Lig plat op de rug met de knie van het aangedane been gebogen en de voet plat op de ondergrond. Laat de knie langzaam naar buiten vallen/draaien, totdat u een mild tot middelmatige stretch voelt. Beweeg vervolgens terug naar de startpositie. Herhaal dit 10-20 keer, zonder een toename van klachten.

Heup abductie gestrekt

Lig plat op de rug met de benen gestrekt. Houd de benen gestrekt en beweeg het aangedane been naar buiten (weg van de middenlijn), totdat u een milde tot middelmatige stretch voelt. Beweeg vervolgens terug naar de startpositie. Houd de knieschijf en de tenen naar het plafon gericht tijdens de oefening. Herhaal dit 10-20 keer, zonder een toename van klachten.

Bridging

Lig plat op de rug met de knie van het aangedane been gebogen en de voet plat op de ondergrond. Til langzaam uw zitvlak van de grond, totdat uw knieën, heup en schouders op 1 rechte lijn liggen. Span de bilspieren aan en blijf 2 seconde boven de grond hangen. Beweeg vervolgens langzaam terug naar de beginpositie. Herhaal dit 10-20 keer, zonder een toename van klachten.